De geluidisolatie tussen twee ruimtes aan beide zijden van een woningscheidende wand wordt niet alleen bepaald door de eigenschappen van de woningscheidende wand. De zogenaamde flankerende vlakken spelen ook een rol. Flankerende vlakken zijn de constructieonderdelen die op de betreffende woningscheidende wand aansluiten. Daarbij horen de vloeren, de gevels en de dakconstructie.
Een algemeen principe is dat een flankerende constructie niet mag doorlopen langs de woningscheidende wand. Dat principe wordt bij het dak zover doorgezet dat de panlatten moeten worden doorgezaagd. Enigszins ongedacht is wellicht het feit dat de luchtspouw ook een doorkoppeling vormt. Geluid wordt immers via een medium getransporteerd, en lucht is zo’n medium. Die luchtlaag vormt daarom inderdaad een doorkoppeling.
De wolbarrière onderbreekt deze doorkoppeling en geeft een verbetering van de geluidisolatie die gemakkelijk 5 dB bedraagt afhankelijk van het type dakplaat.
De functie van de minerale wolbarrière is de open ruimte tussen bovenkant dakplaat en onderkant pannen af te sluiten om geluid-transmissie te voorkomen, want geluid dringt door de toe tot de ruimte onder de pannen. Het geluid steekt, als er geen wolbarrière is aangebracht onder de pannen, over naar de buren en dringt door de dakplaat bij de buurwoning naar binnen.
Deze transmissieweg dient derhalve “gedempt” te worden middels bijvoorbeeld:
- De massa van de dakplaten, hoe zwaarder de dakplaat, des te minder geluid er onder de pannen komt en ook naar de ontvangwoning doordringt.
- De demping in de ruimte onder de pannen; een dakplaat met een open bovenkant, gevuld met minerale wol (en een folie) maakt van de ruimte onder de pannen een groot gedempt kanaal. De geluidenergie wordt daardoor voor een groot deel weggedempt.
- De ruimte onder de pannen plaatselijk dicht te zetten, met een minerale wolbarrière zodat het geluid niet meer kan oversteken.
In het attest van de dakplaatplaten wordt aangegeven of en wanneer een wolbarrière nodig is en wanneer. Bijvoorbeeld wel als er sprake is van een verblijfsgebied, maar niet als het onbenoemde ruimtes betreft.
Het aanbrengen van de wolbarrière is afhankelijk van type dakplaat; hoe zwaarder de dakplaat, des te minder effectief is de barrière.
Bij een enkelschalige dakplaat met minerale wol is de effectiviteit van de wolbarrière nauwelijks aanwezig. Dit omdat de wol ‘van’ de dakplaat reeds een groot deel van het flankerende geluid absorbeert.
Bij een doosdak of hardschuim dak is de toepassing altijd van de wolbarrière noodzakelijk.
Boven de bouwmuur dient een strook minerale wol te worden aangebracht. Bij voorkeur glaswol (persing ca. 20 kg/m3) of steenwol (persing ca. 30 kg/m3) toepassen en wel zodanig dat de ruimte tot aan de panlatten is gevuld.
Hier overheen stroken glas- of steenwol aanbrengen tussen de panlatten. De dikte van deze stroken dient zodanig te worden gekozen, dat het materiaal, na het aanbrengen van de pannen, tot ca. 50 % van de oorspronkelijke dikte wordt samengedrukt. De totale breedte van deze strook over de bouwmuur dient circa 1,20 m te bedragen, dat wil zeggen circa 0,6 m aan weerszijden uit het hart van de bouwmuur.
Ter plaatse de panlatten onderbreken en de aansluitnaden tussen de dakplaten en de bouwmuur aan de binnenzijde dichten met een elastisch blijvende kit en/of PUR schuim, dan wel luchtdicht afplakken.
De dakfolie dient, na het aanbrengen van het in folie gewikkelde isolatiepakket in de spouw om damp-/ luchttransport tegen te gaan en een isolatiepakket op de bouwmuur, overlappend aangebracht worden