Bij de keuze van een dakplaat is de benodigde geluidsisolatie tussen woningen belangrijk.
Indien de eis DnT·A·k ≥ 52 dB is, dan toepassen:
- ‘Zware’ zelfdragende prefab kappen met minerale wol, eventueel met een gespoten EPS-vulling of
- Dakplaten/-elementen met massa > 12 kg/m2 of
- Sandwichelementen met plaatdikte 2 x 8 mm voldoen aan DnT·A·k ≥ 52 dB
Indien de eis DnT·A·k ≥ 47 dB is, dan toepassen:
- Een verlaagd luchtdicht plafond onder elke vorm van dakplaat, tenzij een berekening van de fabrikant voor het betreffende project genoegzaam aantoont dat deze extra voorziening niet noodzakelijk is.
Wij willen u adviseren ‘zware’ zelfdragende prefab kappen met minerale wol, eventueel met een gespoten EPS-vulling, te kiezen. Omdat deze betere akoestische eigenschappen bezitten dan ‘losse’ dakplaten/-elementen. Een akoestisch goed opgebouwde dakconstructie is van belang omdat de kap, die over de verdieping doorloopt, de geluidisolatie tussen de woningen onderling negatief kan beïnvloeden.
De dakplaten/-elementen dienen een minimum gewicht van 12 kg/m2 te hebben, tevens moeten sandwichelementen een plaatdikte van 2 x 8 mm hebben. Dit geldt indien de constructie moet voldoen aan de eis DnT;A;k ≥ 52 dB
Bij toepassing van sandwichelementen en vaak ook bij de dakplaten/-elementen met EPS/PUR/wol, dient er in het algemeen in een verblijfsruimte of verblijfsgebied ter plaatse van de doorlopende schuine kap een verlaagd luchtdicht plafond aangebracht te worden. Tenzij een berekening van de fabrikant voor het betreffende project genoegzaam aantoont dat deze extra voorziening niet noodzakelijk is.
N.B.
- Ongeacht het gekozen dak, altijd een in folie gewikkeld isolatiepakket ter plaatse van de bouwmuuraansluiting toepassen;
- Bij een doosdak of hardschuim is toepassing van een wolbarrière noodzakelijk.
- Wordt er gekozen voor een dakdoos, dan is het dringend aan te bevelen, te kiezen voor een uitvoering met plaatmateriaal aan de bovenzijde. Ongeacht de kwaliteit van de folies blijken deze tijdens de bouw (helaas door onachtzaamheid) schadegevoelig te zijn. Dit geldt zeker voor kappen met kleine hellingshoeken;
- Alle aansluitnaden aan de binnenzijde luchtdicht en aan de buitenzijde waterdicht afwerken;
- Aan de gootzijde de folie in de goot laten eindigen, zodat eventueel lekwater in de goot loopt;
- Controleer de uitvoering, voor het aanbrengen van de dakbedekking, op eventuele koudebruggen.
Zie ook ‘Daken’.