Schimmelvorming kan leiden tot schadelijke gevolgen op verschillende vlakken:
- Gezondheidsklachten
- Esthetische schade
- Verdere materiële en zelfs constructieve schade
(aangepast 23 april 2015)
Sommige schimmels en schimmelsporen geven aanleiding tot medische klachten. Dit kan variëren van lichte irritaties tot aandoeningen van luchtwegen, maag- en darmziekten en migraine en zelfs een verhoogde kans op kanker. Niet alleen het type schimmels speelt een rol. Ook de mate waarin schimmelvorming optreedt is van belang bij het wel of niet optreden van schadelijke effecten.
Esthetische schade kan ontstaat door het uiterlijk van de schimmel zelf, die zichtbaar is op bijvoorbeeld een vloer, wand of plafond. Bekende vormen zijn spikkelvormige aftekeningen, maar ook vorming van zwammen en draadvormige netwerken. Daarnaast kan ook gevolgschade optreden doordat afwerkingsmaterialen zoals behang of verflagen worden aangetast.
Verdere materiële schade wordt veroorzaakt doordat schimmels, veelal organische, materialen kunnen aantasten die niet zozeer leiden tot esthetische klachten, bijvoorbeeld omdat de aantasting binnenin een constructie plaatsvindt, maar waardoor die materialen geheel of deels vergaan. Voorbeelden zijn de aantasting van houten balklagen onder een kruipruimte of in een spouwconstructie. Hout kan hierdoor volledig zijn samenhang verliezen. In het ergste geval kan daardoor zelfs constructieve schade ontstaan, zowel plaatselijk als op gebouwniveau.
Oorzaken van schimmelvorming
Schimmelgroei heeft veelal te maken met de aanwezigheid van vocht. Schimmelvorming na oplevering kan het gevolg zijn van één of meerdere verschillende oorzaken. De belangrijkste daarvan zijn:
- Bouwkundige oorzaken
- Installatietechnische oorzaken
- Bewonersgedrag
Voorbeelden van bouwkundige oorzaken zijn een te lage oppervlaktetemperatuur (te lage f-waarde), of het ontbreken van of het niet goed aansluiten van dampremmende lagen. Een te lage oppervlaktetemperatuur treedt vaak op in hoeken van ruimten waar het plafond aansluit op één of meer wanden. Maar ook op plaatsen waar isolatie ontbreekt, al dan niet als gevolg van een constructieonderdeel dat er doorheen steekt (koudebrug). Problemen met dampremmende lagen kunnen leiden tot onbedoeld vochttransport en ongewenste ophopingen van vocht in constructies.
Voorbeelden van installatietechnische oorzaken zijn een te beperkte ventilatie door een onjuiste inregeling, beschadiging of door het ontbreken van de vereiste voorzieningen. Hierdoor kan vocht dat in een woning vrijkomt, onder andere door de fysieke aanwezigheid van mensen, het gebruiken van de douche, het koken van voedsel, niet in voldoende mate worden afgevoerd.
Bewonersgedrag kan ook op bepaalde manieren aanleiding geven tot schimmelvorming. Het niet juiste gebruik van de aanwezige installaties en andere ventilatievoorzieningen (o.a. te openen ramen), maar ook het afschermen van bepaalde wanden en plafonds door middel van gordijnen en meubilair kunnen een rol spelen of de aanwezigheid van extra vochtbronnen, zoals kamerplanten en luchtbevochtigers. Het komt voor dat bewoners vanuit welke overwegingen dan ook ervoor kiezen om ruimten niet of onvoldoende te verwarmen of om aanwezige ventilatievoorzieningen niet of niet correct te gebruiken en te onderhouden.
Bewonersgedrag kan dus een rol spelen, maar lang niet alle schade kan hierop worden teruggevoerd. Daarnaast is het vaak moeilijk de rol van bewonersgedrag vast te leggen, of om aan te tonen dat de door de ondernemer aangebrachte voorzieningen voldoen aan de daaraan minimaal te stellen eisen.