Voorzieningen zonder garantie
Voorzieningen voor infrastructuur vallen niet onder de Woningborg Garantie- en waarborgregeling. Indien ze wel worden geleverd en vermeld staan in de contractstukken
of in verkoopdocumentatie moet duidelijk zijn aangegeven dat ze zijn uitgesloten van de Garantie- en waargregeling.
Het betreft hier bijvoorbeeld: bestratingen van gemeenschappelijke parkeerplaatsen, ontsluitingswegen, bruggen, duikers, grondkerende constructies, steigers, lichtmasten, geluidswallen e.d. Dit geldt ook voor de voorzieningen buiten de woningen, die noodzakelijk zijn voor het verkrijgen van het ‘Politiekeurmerk Veilig Wonen®’.
Voorzieningen met garantie
Voorzieningen die wel onder de garantie kunnen vallen, zijn bijvoorbeeld parkeerplaatsen op eigen erf, aansluiting entree appartementengebouw op het gemeente trottoir of aangebouwde tuinmuren, mits deze onderdelen contractueel zijn overeengekomen en worden uitgevoerd door/namens de garantieplichtige ondernemer.
Achterpaden en perceel / tuininrichting
Is er sprake van contractueel overeengekomen achterpaden welke dus niet onder de garantieregeling vallen, dan geldt voor de beoordeling van klachten omtrent deze paden het conformiteitsbeginsel. Een koper mag verwachten dat het geleverde aan de eisen van goed en deugdelijk werk voldoet CQ het geleverde functioneel en bruikbaar is enblijft. Daarbij geldt natuurlijk wel dat de eigenaren zelf ook een onderhoudsverplichting hebben.
Ook als er door koper(s) klachten worden gemeld met betrekking tot wateroverlast op een achterpad, zal dat leiden tot een herstelverplichting tenzij uitsluitingsgronden van toepassing zijn zoals duidelijk aanwijsbaar achterstallig onderhoud of oneigenlijk gebruik, mechanische beschadiging door derden of invloeden van buitenaf waar ondernemer redelijkerwijs niet op kon of behoefde te anticiperen.
Dit laatste geldt ook voor de bouwpercelen en de inrichting daarvan. Een koper mag verwachten dat het bouwperceel voor wat betreft het niet bebouwde deel geschikt is (of op eenvoudige wijze) geschikt te maken is als tuin. Tot 2 spaden diep de tuin omwoelen (omspitten) is bijvoorbeeld zo ’n eenvoudige wijze.
Tevens geldt ook dat een correcte afvoer van het oppervlakte- / regenwater onder niet extreme omstandigheden ophet eigen perceel gewaarborgd dient te zijn, waarbij rekening gehouden moet worden met het gegeven dat het niet is toegestaan af te wateren naar belendende percelen.
Indien er sprake is van een slecht doorlatende ondergrond, dienen er voorzieningen getroffen te worden middels bijvoorbeeld drainage, grindkoffers, verticale drains of andere voorzieningen waarmee een correcte afvoer wordt gerealiseerd.
Kabels en leidingen.
Kabels en leidingen dienen zo aangelegd te worden dat zij een minimale ruimte in beslag nemen, maar zo dat zij elkaar niet hinderen en dat onderhoud aan en vervanging van kabels en leidingen mogelijk blijft. Voor tracébepaling bestaan er landelijk geaccepteerde richtlijnen, zoals relevante NEN normen. Hierbij geldt voor distributiekabels en -leidingen onderstaande schematische volgorde
Daarnaast geldt dat de verschillende kabels en leidingen in de lengterichting niet boven elkaar gelegd mogen worden. Dit in verband met veiligheid en bereikbaarheid van de onderste kabels en leidingen. Om schade te voorkomen en vanwege de bereikbaarheid bij verstoppingen geldt voor de huis-aansluitleiding voor de riolering dat deze over alle andere kabels en leidingen heen onder vrij verval moeten kunnen afvoeren naar het distributieriool.
Schematisch leidingtracé
Tabel minimale dekking van kabels en leidingen
soort kabel of leiding
|
transport (m)
|
distributie (m)
|
huisaansluiting (m)
|
elektriciteitskabels
|
1.00 - 1.20
|
0.60 - 0.70
|
0.50
|
warmte / koude staal warmte / koude kunststof
|
1.25
|
0.70 1.00
|
0.50 0.50
|
waterleiding
|
1.00
|
0.80
|
|
afvoer afvalwater
|
0.80
|
0.80
|
0.34 (lengte< 15 m)
|
gas – kunststof gas – staal
|
0.80 0.80
|
0.65 0.65
|
0.50
|
verkeersinstallaties
|
|
0.60
|
|
telecommunicatie kabels
|
0.60
|
0.50 – 0.60
|
0.50
|