Als er in het kader van de brandwerendheid draadglas wordt voorgeschreven voor bijvoorbeeld bovenlichten en of andere kleine oppervlakken, geldt een glasdikte van minimaal 6 mm, een maaswijdte van maximaal 12 mm en glaslatten van minimaal 20 mm breed. De glaslatten mogen niet aan de brandwerende zijde worden toegepast.
Het toepassen van een draadglas ruit in geïsoleerde beglazing voor bijvoorbeeld serredaken of daklichten wordt afgeraden. Het draadglas kan de optredende (thermische) spanningen niet opnemen en zal scheuren. Voor zover er een verplichting bestaat op grond van het Bouwbesluit dient er gekozen te worden voor brandwerend glas. Dit is gelaagd glas met blanke tussenlagen die opzwellen wanneer ze blootgesteld worden aan hoge temperaturen.